Eén van de mooiste beginzinnen die ik ooit las, was in het boek van Anita Brookner, Look at me. Het boek start met de zin: “Once a thing is known it can never be unknown. It can only be forgotten.”
Ik wist dat het boek ergens in mijn boekenkast stond en heb het opgezocht. Het blijkt dat ik het boek meer dan 35 jaar geleden gelezen heb. Gekocht in Engeland en daar waarschijnlijk gelezen. Al die tijd is deze zin in mijn hoofd blijven hangen. De vervolgzin was ik wel vergeten: "And, in a way that bends time, so long as it is remembered, it will indicate the future." **
Deze drie zinnen geven één van de belangrijkste doelen van het geheugen weer. Herinneren heeft te maken met de toekomst.
** Als je eenmaal iets weet, kan je het nooit niet meer weten. Je kan het alleen vergeten. En, zolang je het je blijft herinneren zal het de tijd ombuigend je toekomst bepalen." (Vrije vertaling beginzinnen)
Toekomst
Bij geheugen en herinneringen denken we vaak aan het verleden. In gezelschap halen we gezamenlijk herinneringen op aan vroeger, we bekijken foto’s van die geweldige reis, we denken blij terug aan bijzondere gebeurtenissen in ons leven of we worden gekweld door herinneringen aan onaangename ervaringen.
De allereerste functie van het geheugen is echter toekomstgericht. Door je kennis, je vaardigheden en je persoonlijke ervaringen ben je beter toegerust voor de toekomst. Geheugen is cruciaal om te overleven. Het is niet voor niets dat patiënten met ernstige geheugenproblemen heel veel moeite hebben om zich zelfstandig te redden in de maatschappij. Ook al zijn er diverse technische hulpmiddelen uitgevonden om deze patiënten te ondersteunen, die hulp is uiteindelijk beperkt. Het vereist immers dat ze onthouden om zo’n apparaat te gebruiken en weten hoe ze daarmee moeten omgaan.
Universele kracht
Je kan het geheugen en de wijze waarop we leren op verschillende manieren benaderen. Er is zo’n rijkdom aan mogelijkheden om het geheugen te bespreken, dat het bijna overweldigend is.
We kunnen het geheugen bekijken op menselijk niveau, maar eigenlijk is het een universele kracht. In elke cel van ons menselijk lichaam is niet alleen het genetisch geheugen van onze menselijke voorouders aanwezig, maar ook het DNA van de eerste gemeenschappelijke voorouder van al het leven op aarde, LUCA; the Last Universal Common Ancestor.
Je kan het zelfs nog verder doortrekken. Zoals de beroemde zin gaat, zijn wij van sterrenstof gemaakt. Door kernfusie in sterren als onze zon of in supernova’s - zware sterren die aan het einde van hun leven imploderen en vervolgens exploderen - ontstaan bijvoorbeeld koolstof en zuurstof, essentieel voor het leven op aarde. Of er worden zwaardere elementen gecreëerd, zoals ijzer, dat noodzakelijk is voor het zuurstoftransport in ons bloed. Het geheugen en de geschiedenis van het universum zijn in ons terug te vinden.
Neuropsychologie
In dit artikel staat het (menselijk) langetermijngeheugen centraal: je opgedane kennis, gewoontes, vaardigheden en persoonlijke herinneringen.
Ik bekijk het geheugen vanuit een neuropsychologisch perspectief. In de neuropsychologie zijn de geheugenbegrippen wel wat anders gedefinieerd dan wat gangbaar is in het dagelijkse leven. Daarom hier een korte toelichting op de begrippen.
Alles wat je na zo’n 20 minuten nog weet, is volgens neuropsychologen opgeslagen in het langetermijngeheugen. Het kortetermijngeheugen en werkgeheugen is een kwestie van secondes tot hooguit enkele minuten.
Bij het kortetermijngeheugen en werkgeheugen onthoud je informatie voor korte tijd. Je herhaalt bijvoorbeeld een paar getallen, het auditieve korte termijngeheugen, en rekent met die getallen een som uit; een activiteit van het werkgeheugen. Zodra je de informatie echt gaat onthouden, en dat kan vanaf een half uur tot je hele leven zijn, is het gearriveerd in het langetermijngeheugen.
Verschillende geheugensystemen
In het dagelijkse leven klagen mensen erover dat ze een slecht geheugen hebben of bewonderen ze mensen met een fenomenaal geheugen. Het (langetermijn-)geheugen is echter geen uniform begrip. Het kan opgedeeld worden in verschillende vormen. Je kunt goed zijn in het ene en zwak in het andere.
Neuropsychologisch kan je veel vormen en fenomenen van het langetermijngeheugen onderscheiden. In dit artikel start ik met een algemeen overzicht, een kader waarin de verschillende geheugenvormen geplaatst kunnen worden. In vervolgartikelen wil ik dan een specifiek geheugenfenomeen belichten.
In de neuropsychologie is heel veel geleerd van patiënten met bepaalde hersenbeschadigingen. Het heeft de theorievorming over het geheugen een enorme impuls gegeven. De laatste decennia zijn daar allerlei medische beeldtechnieken bijgekomen, zoals bijvoorbeeld functionele MRI-scans, waarbij je de activiteit in de levende hersenen kunt waarnemen, terwijl mensen een geheugentaak uitvoeren.
Waarom is het belangrijk om verschillende types geheugen te onderscheiden?
De meest belangrijke reden is dat het ene geheugenprobleem het andere niet is. Als je last hebt van geheugenproblemen wil dit niet zeggen dat je over de hele linie niets meer onthoudt. Aan de verschillende geheugensystemen liggen andere hersencircuits ten grondslag. Inzicht in welke geheugensystemen en geheugenproblemen er zijn, betekent dat je jezelf en ook anderen beter kunt begrijpen en je gedrag beter kunt afstemmen. Het kan er ook voor zorgen dat je je niet onnodig ongerust maakt. Meerdere keren een naam, woord of gezicht vergeten betekent bijvoorbeeld niet direct een voorbode van naderend onheil en een wegvagen van je persoonlijk verleden.
Een belangrijk onderscheid in langetermijngeheugen is dat in expliciet en impliciet geheugen en een derde vorm, het emotionele geheugen.
Informatieve boeken over het geheugen
Dit boek van Daniel L. Schacter is gewoon een heel mooi boek om te lezen. Het is rijk van inhoud, geeft een goed overzicht en is prettig leesbaar. Het boek is al langer uit, maar de inhoud is nog steeds relevant.
Dit is een algemeen studieboek voor neuropsychologiestudenten. Het behandelt de neuropsychologie in al haar facetten. De nieuwste, achtste versie dateert van 2021.
Dit is een studieboek neuropsychologie, dat geheel gewijd is aan het geheugen. Heel informatief en leuk om te lezen. De laatste editie is de derde editie en die is in 2020 uitgegeven.
Leeg tekstblok
Expliciet geheugen
Het expliciete, bewuste geheugen wordt opgedeeld in het semantisch geheugen en het episodisch geheugen.
Bij het semantisch geheugen gaat het om de algemene kennis van de wereld om je heen, bijvoorbeeld je feitenkennis, de taal die je spreekt, de vakken die je op school hebt geleerd of de inhoudelijke kennis van je beroep.
Het episodisch geheugen is persoonlijk. Je hebt de specifieke gebeurtenis onthouden, die verbonden is aan een bepaalde tijd en een bepaalde plaats. Het is de herinnering aan je eerste zwemles, het lekkere broodje dat je gisteren bij de bakker kocht, de flinke ruzie met je broer 2 jaar geleden of de cursus die je zo leuk vond en waar je zoveel hebt geleerd.
Zowel het episodisch als het semantisch geheugen zijn onderdeel van ons autobiografisch geheugen, ons levensverhaal. Het autobiografisch geheugen is heel belangrijk voor de zingeving in ons leven. Patiënten, waarbij het autobiografische geheugen is aangetast, kunnen soms diep wanhopig zijn. Alsof het leven aan betekenis heeft verloren.
Clive
Tijdens de studie Neuropsychologie, eind jaren '80, begin jaren '90, zag ik de video van Clive Wearing, die na een herpesinfectie in de hersenen ernstige geheugenproblemen ontwikkelde. Het was een indrukwekkende video. Ik kan me herinneren dat Clive druk en geagiteerd rondliep en om de paar minuten in zijn notitieboekje schreef dat hij net ontwaakt was. Zijn expliciete geheugen was hij kwijt en hij maakte geen nieuwe herinneringen meer aan.
Zijn vrouw bezocht hem in de instelling, waar hij verbleef. Elke keer als hij haar zag, was hij helemaal ontroerd en blij, alsof hij haar tijden niet gezien had. Meerdere keren tijdens haar bezoek kon hij haar zo enthousiast en dramatisch begroeten. Als ze namelijk even uit beeld was, was hij haar aanwezigheid weer vergeten.
Clive was musicus. In zijn muziek kalmeerde hij. Om te musiceren had hij zijn expliciete geheugen niet nodig. Dan werd er een beroep gedaan op zijn impliciete geheugen.
In 2005 heeft zijn vrouw een boek geschreven over haar leven met Clive. Dit boek is erg de moeite waard om te lezen. Het maakt duidelijk hoe ingrijpend zijn geheugenproblemen zijn, voor hemzelf en voor zijn omgeving. Als lezer leef en lijd je mee. Je realiseert je hoe moeilijk zo’n gefragmenteerd leven is.
Niet alleen was bij Clive de hippocampus beschadigd, een hersenstructuur die essentieel is voor het episodisch geheugen, maar ook andere delen van de hersenen waren aangetast, zoals de frontaalkwab. Dit werkte eveneens door in zijn gedrag.
In 2005 is opnieuw een documentaire gemaakt. Deze kan je terugzien op youtube. Naast Clive en zijn vrouw zijn ook zijn kinderen en zijn zus geïnterviewd. Clive woont in een speciale unit voor mensen met een hersenbeschadiging. Zijn vrouw heeft zich jarenlang ingezet voor het realiseren van zulke units. Clive heeft nog steeds heel ernstige geheugenproblemen. Hij leeft van moment tot moment, een kwestie van secondes tot hooguit een minuut. Hij ervaart dit zelf als steeds opnieuw tot bewustzijn komen. Wat er voor die minuut gebeurde is hij dan vergeten. In de loop der jaren is hij wel kalmer geworden en het lijkt erop dat zijn werkgeheugen - hoewel nog steeds uiterst beperkt - licht is toegenomen.
Het is een aangrijpende documentaire. Ondanks Clive's ernstige beperkingen in het leven is het opmerkelijk dat zijn vrouw en alle familieleden aangeven dat Clive qua persoonlijkheid grotendeels hetzelfde is gebleven. Een persoonlijkheid, die je als kijker raakt.
Impliciet geheugen
Het impliciet geheugen omvat verschillende vormen. Kenmerkend is dat je je er niet noodzakelijkerwijs van bewust hoeft te zijn dat je iets weet. De kennis is voorbewust, onbewust of geautomatiseerd.
Het kan motorische vaardigheden betreffen, die je al doende leert, bijvoorbeeld zwemmen of schrijven. Je kan er wel bewust aandacht aan hebben besteed toen je het leerde om bijvoorbeeld de techniek te verbeteren, maar je leert het al doende. Daarna kan je die kennis oproepen zonder dat je je dat expliciet herinnert. Je hebt er bij wijze van spreken geen weet van dat je het kunt. Je doet het instinctief en in zekere zin automatisch.
Soms kan bewuste aandacht zelfs negatief werken. Bij bijvoorbeeld professionele spelers kan het bewust nadenken over een motorische handeling tijdens een wedstrijd de goede uitvoering ervan verstoren.
Dit impliciete geheugen noemen we ook wel het procedurele geheugen. Je kent de "procedures" die je bij een activiteit moet uitvoeren en doet dat automatisch, instinctief en/of gedachteloos. Denk bijvoorbeeld ook aan dagelijkse activiteiten, zoals koffiezetten, het licht aandoen of je veters strikken.
Veel dingen leren we impliciet. Hieronder valt bijvoorbeeld conditionering.
Dit kan de klassieke conditionering zijn, waarbij een neutrale prikkel verbonden wordt aan een betekenisvolle prikkel, waardoor die neutrale prikkel dezelfde betekenis zal krijgen en dezelfde reactie zal oproepen.
Op je mobiel kan je een ringtoon koppelen aan een specifieke persoon. Vervolgens zal dat muziekje het beeld van die persoon oproepen. Een ander voorbeeld is een schoolbel die aangeeft dat de pauze begint en kinderen naar buiten mogen.
Een andere vorm van conditionering is operante conditionering. Na een stimulus komt er een respons, die het optreden van die stimulus kan versterken of afremmen. Gedrag kan beloond of bestraft worden. Als je het beloont, treedt het vaker op. Als je het negeert of afstraft, rem je het gedrag.
Als je deze techniek in de opvoeding wilt gebruiken is het belangrijk om goed te analyseren wat je wilt belonen of negeren/straffen en hoe je beloning of "straf" eruit ziet. Tevens moet dit systematisch toegepast worden.
Soms hebben mensen niet door dat ze ongewenst gedrag impliciet belonen. Denk bijvoorbeeld aan agressief gedrag. Meestal wordt dit gedrag "beloond" met veel aandacht en - mede om van het gedoe af te zijn - krijgt degene die zich agressief gedraagt vaak zijn zin. Op die manier leert die persoon dat het loont om zich agressief te gedragen.
Onder impliciet geheugen vallen ook allerlei gewoontes, die je je eigen hebt gemaakt. Het aanbrengen van structuur in de dag kan mensen met expliciete geheugenproblemen steunen. Mensen raken door de dagelijkse herhaling van de handelingen en activiteiten gaandeweg gewend aan die structuur en zullen daarin makkelijker meegaan.
Tenslotte is er nog een vorm van impliciet geheugen die "priming" genoemd wordt. Je maakt mensen ontvankelijk om een bepaalde reactie te geven.
Stel je houdt een heel verhaal over hoe je mango's het beste kan snijden. (Daar bestaan zelfs filmpjes over.) Een tijdje later vraag je dan om fruit met een M te noemen. De kans dat mensen Mango zeggen zal groter zijn dan dat ze met Mandarijn aankomen. Dit fenomeen wordt vaak in reclames gebruikt. Veel herhaling zorgt ervoor dat mensen het product onwillekeurig sneller gaan kopen.
Wanneer mensen ernstige (expliciete) geheugenproblemen ontwikkeld hebben, zijn ze meestal nog wel bereikbaar via strategieën, die een beroep doen op het impliciete geheugen. Patiënten kunnen op deze manier toch nieuwe dingen leren. Ook kan de omgang op die manier beter verlopen.
Een paar decennia geleden stond er een interview in het dagblad Trouw met psychiater Rudi van den Hoofdakker, ook bekend als dichter onder het pseudoniem Rutger Kopland (In de binnenwereld van de ander.). Het artikel ging over empathie. Ik had het eerste stukje van het artikel toentertijd uitgeknipt en bewaard, omdat het me trof en ontroerde.
Het geeft een voorbeeld van deze meer impliciete omgangswijze. Hier volgt dat eerste fragment.
Zijn moeder was diep dement, vele jaren lang. “Tegen het einde van haar leven boog ik me over haar heen en zei: ‘Moeder, hier ben ik. Ik ben het. Rudi’. Ze gaf geen kik. Toen kwam er een verpleegkundige binnen die zei: ‘Anna, hoe gaat het?’ En er kwam een glimlach op het gezicht van mijn moeder. Zelfs in dit allerlaatste stadium van haar ziekte deed het er alles toe hoe je haar tegemoet trad.”
Emotioneel geheugen
Emotionele gebeurtenissen - of ze nu positief of negatief gekleurd zijn - worden beter onthouden dan neutrale gebeurtenissen. Evolutionair gezien, in het kader van overleven, is dit begrijpelijk. Wanneer je ternauwernood ontsnapt bent aan gevaar is het belangrijk om dat goed te onthouden, zodat je in de toekomst deze gevaarlijke situatie kunt vermijden of beter weet hoe te handelen. Angst, pijn, verdriet en vreugde, ze hebben een belangrijke functie en sturen ons gedrag.
De kindertijd is een cruciale leerperiode. De hersenen zijn in wording en er wordt een belangrijke basis gelegd voor het latere gedrag. Hoewel baby's en peuters van alles kunnen onthouden en daar ook blijk van geven, zijn ze die herinneringen op latere leeftijd vergeten. Er is sprake van een zogenaamde amnesie van de kindertijd. Wij herinneren ons maar heel weinig van de periode voor 4-5 jaar. (Op de reden daarvan wil ik in een later artikel terugkomen.)
Hoewel we op bewust niveau weinig herinneringen hebben aan die vroegste kindertijd, kunnen emotionele gebeurtenissen uit die tijd impliciet wel doorwerken. We kunnen een voorkeur of afkeer ontwikkeld hebben op grond van deze ervaringen in de kindertijd. We kunnen de oorzaak of reden daarvan niet meer bewust achterhalen, maar het kan impliciet doorwerken in ons gedrag en ons vormen in ons leven.
Een aparte categorie van emotionele gebeurtenissen zijn traumatische ervaringen. Een traumatische ervaring heeft een enorme impact op iemands leven. Het kan levenslang doorwerken en het leven sterk ontregelen.
Bessel van der Kolk geeft in zijn boek The body keeps the score een uitgebreid overzicht van emotionele trauma's, het effect op het leven en gedrag van de persoon in kwestie, de lichamelijke en neuropsychologische gevolgen die kunnen optreden en welke therapieën ingezet zouden kunnen worden om het leven van iemand te verlichten. Het boek is vertaald in het Nederlands: Traumasporen in lichaam, brein en geest.
Over emoties en het emotioneel geheugen valt veel meer te zeggen. Het is stof voor een apart artikel.
Retrograde en anterograde amnesie
Een ander belangrijk onderscheid bij geheugenproblemen is het verschil in retrograde en anterograde amnesie. Dit klinkt wellicht ingewikkeld, maar het gaat om het verschil tussen verleden en toekomst, tussen oude herinneringen ophalen en nieuwe herinneringen maken.
Retrograde amnesie - amnesie is een ander woord voor geheugenverlies - wil zeggen dat je niet meer bij je oude, eerdere herinneringen kunt komen. Dit kan een korte periode betreffen, bijvoorbeeld je kan je de 10 minuten net voor het verkeersongeval niet meer herinneren, of het kunnen vele jaren van herinnering zijn. Het vergeten gaat meestal in omgekeerde volgorde. De meest recente herinneringen raak je kwijt, maar je herinnert je nog wel dingen van jaren terug.
Anterograde amnesie betekent dat je geen nieuwe herinneringen meer kunt maken. Meestal treedt dit op na ernstig letsel van bepaalde structuren in je hersenen, waaronder de hippocampus. De oorzaak kan een virusinfectie in je hersenen zijn, zoals bij Clive, of bijvoorbeeld een ernstig verkeersongeluk. Ook bij vormen van dementie kunnen deze hersenstructuren aangedaan zijn.
Meestal is het kortetermijngeheugen en het werkgeheugen in die gevallen niet aangetast. Dat wil zeggen dat patiënten voor zeer korte tijd nog wel dingen kunt onthouden. Ze kunnen bijvoorbeeld meedoen in het gesprek. Zodra het gesprek echter langer dan een paar minuten duurt of als er zich tussendoor wat anders voordoet, dan zijn ze de draad van het betoog kwijt en zijn ze vergeten wat er is voorgevallen.
Rijkdom van herinneringen
Anita Brookners boek heb ik opnieuw gelezen. Ik was veel vergeten, maar al lezende kwam het weer terug. Wat ik wel had onthouden was de sfeer van het boek en de kern van het verhaal.
Meer dan 35 jaar geleden vond ik het een mooi boek. Dat had ik ook zo onthouden. Een boek herlezen na zoveel tijd is riskant. Het kan gedateerd raken of je bent zelf veranderd. Tot mijn verrassing had het boek helemaal niet aan kracht verloren.
Deze hernieuwde kennismaking met Brookners boek riep autobiografische herinneringen op. Het herinnerde mij aan de tijd dat ik vaak naar Engeland ging en daar graag was. Het waren herinneringen die ik in zekere zin vergeten was, maar die door het boek weer naar boven kwamen.
Brookner verwoordt de dramatische impact van herinneringen op het heden en de toekomst van de hoofdpersoon. Zou het voor haar niet fijner zijn geweest als ze haar ervaringen had kunnen vergeten?
In mijn geval had het boek iets troostends en bemoedigends, mede doordat de schrijfster de menselijke conditie haarscherp analyseert en onder woorden brengt. Als lezer kan je je daarin herkennen. Mijn leven voelde rijker door die hernieuwde herinneringen, die het boek opriep.
“And, in a way that bends time, so long as it is remembered, it will indicate the future.” Verleden, heden en toekomst komen samen in één ervaren geheel. En dat geeft je leven richting en zin.
Vond je dit een leuk en interessant artikel en wil je je waardering laten blijken? Dat kan via één van beide QR-codes of via de knoppen eronder. Met de ene code/knop kan je €1,-- overmaken, bij de andere kies je zelf het bedrag. Je komt terecht in de beveiligde omgeving van Mollie (mollie.com & paymentlink.mollie.com) en betaalt via Ideal (pay-ideal.nl).
Boeken
Baddeley, Alan & Eysenck, Michael W.& Anderson, Michael C. (2020): Memory. New York: Routledge.
Brookner, Anita (1982): Look at me. London: Triad.
Kolb, Brian & Whishaw, Ian Q. (2021). Fundamentals of human neuropsychology. New York: Worth Publishers.
Schacter, Daniel L. (1996). Searching for memory. New York: BasicBooks, HarperCollinsPublishers, Inc..
Van der Kolk, Bessel (2014). The body keeps the score. New York: Viking, Penguin Group (USA) LLC
Wearing, Deborah (2005): Forever today. London: Corgi Books, Transworld Publishers.
Dit artikel valt onder copyright (© Arian Joldersma, 2024, alle rechten voorbehouden). Het kopiëren, reproduceren of publiceren van dit artikel of delen ervan is niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming.